Uw energierekening bestaat uit verschillende onderdelen. Een redelijk groot onderdeel van de energieprijs is energiebelasting. Over de energiebelasting krijgt u van de overheid een heffingskorting. Dit wordt ook wel de vermindering op energiebelasting genoemd. Op deze pagina geven wij u meer informatie over deze vermindering energiebelasting.
Een energierekening bestaat voor gemiddeld één derde uit overheidsheffingen, zoals energiebelasting, ODE (Opslag Duurzame Energie) en 21% BTW. Door energiebelasting in rekening te brengen, wil de overheid mensen stimuleren bewust om te gaan met hun energieverbruik. U betaalt de energiebelasting aan uw energieleverancier. Zij dragen het vervolgens af aan de Belastingdienst.
Ieder huishouden heeft een bepaalde hoeveelheid gas en stroom nodig. De overheid ziet een deel van uw energieverbruik dan ook als een basisbehoefte. Over dat deel betaalt u daarom geen belasting. Deze belastingvermindering - ook wel heffingskorting - geldt voor iedereen met een elektriciteitsaansluiting. Uw energieleverancier verrekent de heffingskorting energie met uw energierekening.
De heffingskorting is in 2022 verhoogd. Dit maakt dat de energiebelasting - uiteraard afhankelijk van uw verbruik - lager is dan vorig jaar. De vermindering energiebelasting 2022 is vastgesteld op € 824,77. Dit betekent dat het bedrag is verhoogd met € 220,01 (€ 266,21 inclusief btw). Dit is in uw voordeel. Dit bedrag wordt namelijk in mindering gebracht op uw energierekening.
De vermindering energiebelasting 2021 bedroeg € 558,56. Dit betekent dat het bedrag in 2021 verhoogd werd met € 25,94 (€ 31,39 inclusief btw).
In de loop van tijd is te zien dat voor enkele jaren de vergoeding energiebelasting redelijk stabiel was, namelijk zo rond de € 380 euro. Dit veranderde vanaf 2019. Na een flinke daling in 2020, is de heffingskorting in 2022 juist explosief gestegen naar € 824,77.
Jaar | Vergoeding energiebelasting exclusief BTW | Vergoeding energiebelasting inclusief BTW |
---|---|---|
2022 | € 681,63 | € 824,77 |
2021 | € 461,62 | € 558,56 |
2020 | € 435,68 | € 527,17 |
2019 | € 257,54 | € 311,62 |
2018 | € 308,54 | € 373,33 |
2017 | € 308,54 | € 373,33 |
2016 | € 310,81 | € 376,08 |
2015 | € 311,84 | € 377,33 |
Bron: Belastingdienst